2:1 | Psalm 2 • Quare fremuerunt gentes? Waardoor raakten volkeren in beroering ✡ en spellen naties slechts leegte?-
|
2:2 | posteren zich de koningen der aarde, hebben machtigen samen beraadslaagd ✡ tegen de Ene en zijn gezalfde!
|
2:3 | ‘Laat ons hun boeien verscheuren, ✡ werpen wij hun snoeren van ons af!’
|
2:4 | Die zetelt in de hemelen lacht, ✡ mijn Heer drijft met hen de spot!
|
2:5 | Eens zal hij tot hen spreken in zijn toorn, ✡ met zijn woede hen verbijsteren.
|
2:6 | ‘Zelf heb ik hem gewijd, mijn koning, ✡ op de Sion, het gebergte van mijn heiligdom!’
|
2:7 | Ik wil gewagen van het besluit van de Ene, hij heeft tot mij gezegd: ‘jij bent mijn zoon, ✡ ikzelf heb jou heden voortgebracht!
|
2:8 | vraag het van mij, en ik geef volken jou ten erfdeel, ✡ jou in eigendom de randen van de aarde!-
|
2:9 | je zult ze stukslaan met een staf van ijzer, ✡ als spullen van een pottenbakker breken!’
|
2:10 | Koningen, komt nu tot inzicht!- ✡ weest gewaarschuwd, rechters der aarde!
|
2:11 | Dient de Ene met vreze, ✡ juicht voor hem in beven, kust de zoon!
|
2:12 | Anders zal hij toornen en gaat ge op uw weg teloor, ja, heel snel ontbrandt zijn toorn! ✡ Zalig allen die toevlucht zoeken bij hem!
|
| Lees hoofdstuk 1 | Lees hoofdstuk 3 |