Terug naar zoeken
3:1


Psalm 3 • Domine, quid multiplicati? (Een lied v. David,-

toen hij vluchtte
voor het aanschijn van Absalom, zijn zoon.)

3:2


Ene, hoe talrijk zijn geworden
   mijn benauwers, ✡

talloos
die tegen mij opstaan!-

3:3


talloos die zeggen van mijn ziel: ✡

geen redding
voor hem bij zijn God. sela

3:4


Maar gij, Ene, zijt het schild dat mij dekt, ✡

mijn glorie,
de verheffer van mijn hoofd!

3:5


Roep ik met mijn stem tot de Ene, ✡

hij antwoordt mij vanaf zijn heilige berg. sela

3:6


Ik ben gaan liggen,

sliep in en ontwaakte: ✡
want de Ene ondersteunt mij.

3:7


Ik vrees niet de duizendtallen manschap, ✡

rondom
tegen mij ingezet!

3:8


Sta op, Ene, red mij, mijn God!-

eens immers sloeg je
al mijn vijanden op de kaak, ✡
heb je de tanden van bozen verbrijzeld!

3:9


Bij de Ene is de redding!- ✡

over een manschap van u uw zegen! sela

Lees hoofdstuk 2 | Lees hoofdstuk 4