Hij wendt zich om en om en ziet: geen mán!- hij slaat de Egyptenaar neer en verbergt hem in het zand.
2:13
Hij trekt uit op de tweede dag en ziedaar, twee mannen, -Hebreeërs!- vliegen elkaar in de haren! Hij zegt tot de boosdoener: waarom sla jij je naaste?
2:14
Maar die zegt: wie heeft jou aangesteld tot man, vorst en rechter over ons?- om mij te vermoorden zeg jij dat zeker, zoals je de Egyptenaar hebt vermoord! Dan wordt Mozes bevreesd en zegt: dus is het verhaal bekend geworden!
2:15
Ook hoort Farao dit verhaal en zoekt Mozes te vermoorden; Mozes vlucht weg van het aanschijn van Farao en zetelt in het land van Midjan, hij zetelt bij de bron.
2:16
De priester van Midjan heeft zeven dochters; die komen aan en putten,- vullen de goten om het wolvee van hun vader te laten drinken.
2:17
De herders komen aan en jagen hen weg; dan staat Mozes op en redt hen, en geeft hun wolvee te drinken.