11:16


Als het eerstelingsgraan geheiligd is,

dan ook heel het deeg:
als de wortel geheiligd is,
dan ook de takken.

11:17


Maar als enkele van de takken

zijn weggebroken
en jij, een wilde olijfloot,
als enting daartussen bent gestoken
en mede-deelgenoot van de wortel,
van de vettigheid van de olijfboom,
bent geworden,

11:18


beroem je dan niet tegen de andere takken;

áls je je beroemt:
‘niet jíj torst de wortel
maar de wortel jou!’

11:19


Dan zul je zeggen:

er zijn takken weggebroken
opdat ík ingestoken zou worden…

11:20


Dat is waar;

maar door het gebrek aan geloof
zijn zij weggebroken,
en jij, jij staat er door het geloof;
verbeeld je niet te hoge dingen,
nee, heb ontzag.

11:21


Want als God de takken

die er van nature bijhoren
niet heeft ontzien,
zal hij ook jou niet ontzien!

11:22


Zie dan Gods goedertierenheid

én gestrengheid:
over die zijn gevallen
komt wel zijn gestrengheid
maar over jou Gods goedertierenheid,
als je volhardt bij die goedertierenheid,-
anders zul jij óók worden weggekapt.

11:23


Maar ook zíj zullen eens, als ze niet

volharden in hun ongeloof,
als entingen worden ingestoken;
want God is bij machte
hen opnieuw als enting in te steken.

11:24


Want als jij bent weggekapt

uit de wilde olijf
waar je naar je natuur bij hoort
en tegen je natuur bent ingestoken
in een edele olijf,
hoeveel makkelijker zullen dan zij
die er van nature bijhoren
worden ingestoken in de eigen olijf!

Romeinen 11, 16-24

Bijbeltekst van de Week  Romeinen 11, 16-24

 

Opnieuw zeg ik: begin eerder te lezen, dan wordt duidelijker wie tot wie spreekt. Deze perikoop zou ik laten beginnen in vers 13, want dan weten we tenminste direct dat de briefschrijver ‘volkeren’ of ‘heidenen’ of ‘mensen van heidense afkomst’ toespreekt, als een apostel/uitgezondene voor hén, vanuit zijn toebehoren aan zijn eigen vlees(-en-bloed) dat ‘Israël’ is. Dan is ook duidelijk wat het eerstelingsgraan is en wat het deeg, wat de wortel is en wie de takken, wie de olijfboom is en wie de wilde olijfloot die als een enting tussen de oude takken wordt gestoken,- in plaats van weggebroken takken die in de toekomst ook als enting weer kunnen worden ingestoken!

Bijna algemeen wordt in de vertalingen in vers 15 ‘hun verwerping’ verstaan als de verwerping van Israël door God en ‘hun aanneming’ als de aanneming in genade van hetzelfde Israël door God. De Bibel in gerechter Sprache (Gütersloh 2006) leest verrassend anders ‘hun verwerping’ als ‘hun Nee tegen Jezus als Messias’ en ‘hun aanneming’ als ‘hun Ja tegen Jezus’. Het zou weleens zó kunnen zijn!

 

Pieter Oussoren