13:44 |
|
13:45 |
|
13:46 |
|
13:47 |
|
13:48 |
|
13:49 |
|
13:50 |
|
13:51 |
|
13:52 |
|
Matteüs 13, 44-52
Bijbeltekst van de Week Matteüs 13, 44-52 (58)
Zeven gelijkenissen/parabels/zinnebeelden telt Matteüs 13. In de aangegeven perikoop klinken de nummers V, VI en VII: het koninkrijk der hemelen is als een schat in de akker, een parel van grote waarde en een sleepnet waarin ‘eetbare en oneetbare vissen’ (vertaling Het Boek) uit zee opgehaald worden. Vooraf gingen de parabels van de zaaier en het zaad (I), het onkruid tussen het tarwe (II), de mosterdkorrel (III) en de zuurdesem en het deeg (IV). Intrigerend is dat dit alles ingeklemd staat tussen passages over de familie van Jezus. In Matteüs 12, 46-50 wijst Jezus de ‘ware’ familie aan: allen die de wil van de hemelse Vader doen, en in Matteüs 13, 53-58 wordt Jezus juist ‘vastgepind’ aan zijn lijfelijke familie, met de vraag erbij waar hij ‘dit alles’ vandaan heeft.
Maar misschien is een andere inclusie nog belangrijker voor het verstaan van de parabels. In het begin van hoofdstuk 11 stelt Johannes de Doper zijn klemmende vragen en in hoofdstuk 14 rolt zijn kop…
Misschien is heel hoofdstuk 13 bedoeld als een machtig midden van het evangelie, waarin zo duidelijk mogelijk (én ‘versleuteld’!) wordt verteld hoe verborgen het koninkrijk is. Zodat we ‘nuchter en nochtans hoopvol’ verder kunnen.
Pieter Oussoren