1:14


Nadat Johannes is overgeleverd

komt Jezus Galilea binnen,
en predikt hij de aankondiging van God.

1:15


Hij zegt: het momentum is vervuld,

en genaderd is het koningschap van God!-
bekeert u, en gelooft
in de aankondiging!

1:16


Voorttrekkend langs de zee van Galilea

ziet hij Simon en Simons broer Andreas
met een werpnet bezig in de zee,-
want zij zijn vissers geweest.

1:17


Jezus zegt tot hen: hierheen jullie,

mij achterna, en ik zal maken
dat ge vissers van mensen wordt!

1:18


Meteen laten ze de netten los

en volgen hem.

1:19


En een stukje verdergelopen

ziet hij Jakobus van Zebedeüs
en zijn broer Johannes,
en die zijn in de boot bezig
de netten in orde te brengen.

1:20


Meteen roept hij hen;

zij laten hun vader, Zebedeüs,
achter in de boot, met de huurlingen,
en gaan weg, hem achterna.

Marcus 1, 14-20 (21)

Bijbeltekst van de Week – Marcus 1, 14-20 (21)

 

Nadat Johannes is overgeleverd: overgeleverd?  Overal elders in de Naardense Bijbel is het geworden: overgegeven of prijsgegeven, misschien hier met de kleur van ‘opgeven’. Men heeft het met hem opgegeven. De tekst van de Naardese Bijbel is dus bij een volgende druk voor verbetering vatbaar!

Na het slechte nieuws over Johannes komt het goede nieuws over Jezus. Tot allen in Gallilea komt zijn prediking van de ‘aankondiging van God’. Een uitdrukking om over na te denken. Vers 15 lees ik als twee regels nieuwsfeit en twee regels oproep, en dat allebei in parallellen: het momentum is vervuld, (want) genaderd is Gods koningschap, – bekeert u, (namelijk) door te geloven in de aankondiging (van het komen van God).

We zijn gewend de verzen 16-20 (21) te lezen als een roeping tot discipelschap van allen. Dat zou zo kunnen zijn. Stiekum denk ik intussen dat hier niets staat over het discipelschap van allen en heel veel wel over de roeping van uiteindelijk twaalf apostelen: twaalf jonge mannen worden bij Jezus’ prediking meegenomen om twaalf nieuwe aartsvaders te worden in een hernieuwd volk van God, ten dienste dus van ‘allen’ tot wie de prediking van vers 15 uitgaat.

“Toch niet állen zijn apostelen?” zegt Paulus in 1 Korintiërs 12, 29. En inderdaad: het klinkt prachtig: ‘Hij roept ook jou, Hij roept ook mij’, maar roept Hij ons allen vanzelfsprekend tot discipelen en apostelen?

 

Pieter Oussoren

http://www.luthersekerkapeldoorn.nl/5/predikant