15:11 |
|
15:12 |
|
15:13 |
|
15:14 |
|
15:15 |
|
15:16 |
|
15:17 |
|
15:18 |
|
15:19 |
|
15:20 |
|
15:21 |
|
15:22 |
|
15:23 |
|
15:24 |
|
15:25 |
|
15:26 |
|
15:27 |
|
15:28 |
|
15:29 |
|
15:30 |
|
15:31 |
|
15:32 |
|
Bijbeltekst van de Week – Lucas 15, 11-32
Lucas 15 zet drie beroemde parabels bij elkaar over het vinden van wat ‘verloren’ is (een schaap, een drachme en een zoon). Dat zal wel de reden zijn dat de parabel in vers 11-32 ‘de verloren zoon’ is gaan heten. In de NBG was dat dan ook het hoofdje van de perikoop (de NBV zet nu boven heel hoofdstuk 15 ‘De zorg om wat verloren is’). Zulke kopjes zijn helaas vaak erg misleidend: ze pretenderen de ‘boodschap’ van de tekst samen te vatten maar sluiten zo onze ogen voor wat er werkelijk staat. Het meest beruchte kopje in de NBG was dat boven Efeziërs 5, 22: ‘Het huwelijksleven’ – “Vrouwen, weest aan uw man onderdanig”. Vers 22 wordt zo gescheiden van vers 21 waar staat “en weest elkander onderdanig in de vreze van Christus.” Het gaat in dit deel van Efeziërs 5 op alle manier over ‘elkaar dienen’, maar gretig hebben de toenmalige bijbelvertalers hier een huwelijksethiek van gemaakt en Paulus de ‘gehoorzaamheid van de vrouw aan de man’ laten prediken (terwijl Paulus aan vrouwen juist een prominente plaats toekent). De NBV heeft nu als kopje bij Efeziërs 5 ‘Het nieuw leven’; dat is in ieder geval adequater, maar misschien strooit het ons toch weer zand in de ogen.
Wie Lucas 15 leest in de vertaling van de Naardense Bijbel hoort ineens allerlei nieuw dingen. De vader verdeelt niet zijn ‘bezit’, maar ‘de leeftocht’, datgene waarvan je ‘leeft’. De jongste zoon verkwist het in een ‘reddeloos’ leven (vers 13, i.p.v. een ‘losbandig’ leven NBV ). Als er hongersnood uitbreekt en hij gebrek lijdt zegt hij toch zichzelf: “Ik zal opstaan, naar mijn vader trekken” (vers 18, i.p.v. “Ik zal naar mijn vader gaan” NBV). De vader omhelst hem en beveelt dat het gemeste kalf geslacht wordt “omdat deze zoon van mij dood is geweest en herleeft” (vers 24). We móesten wel feestvieren en verheugd zijn, zo zegt de vader tot de woedende oudste zoon “omdat deze broer van jou dood was en is herleefd, verloren was en is hervonden.” (vers 32) Opstanding: daar gaat het om in deze parabel! De zoon was dood en herleeft. Diezelfde zoon die met het opeisen van zijn erfdeel feitelijk zijn vader dood verklaart, want erven kun je pas (ook toen!) na de dood van de erflater. Een Nigeriaanse theoloog vertelde me onlangs (n.a.v. van deze Bijbeltekst) dat als een zoon in zijn cultuur zo zijn erfdeel zou opeisen iedereen onmiddellijk grote afstand zou nemen: de zoon was met zijn eis levensgevaarlijk geworden, een potentiële moordenaar die je verre van je moest houden.
Wat is opstanding volgens Lucas 15, 11-32? Dat is de goddelijke ontferming voor je broeder die zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot moord, of oplichting, of bedrog, of diefstal, of ontrouw of belediging of wat dan ook ‘verkeerd’ is. Opstanding dat is moed van die broeder om ‘op te staan’ en weer terug te keren ook al is hij door de gemeente ‘dood’ verklaard. Als die broeder opstaat en terugkeert wacht hem de omhelzing door de Vader. Word niet woedend om zoveel onverdiende liefde! Wees verheugd, vier feest “omdat deze broer van jou (ja je broeder!!) dood was en herleeft.”
Theo van Willigenburg
vanwilligenburg@kantacademy.nl