7:36 |
|
7:37 |
|
7:38 |
|
7:39 |
|
7:40 |
|
7:41 |
|
7:42 |
|
7:43 |
|
7:44 |
|
7:45 |
|
7:46 |
|
7:47 |
|
7:48 |
|
7:49 |
|
7:50 |
|
Lucas 7, 36 – 8, 3 Genade
Gelukkig heeft het Oecumenisch Dienstrooster de lezing doen uitstrekken tot aan Lucas 8, 3. Want vrouwen zijn het die in dit gedeelte centraal staan. Allereerst de ‘zondares’ en haar albasten kruikje vol mirre die Jezus de voeten wast met haar tranen. Maar ook Maria die Magdalena genoemd wordt (‘die uit Magdala’), Johanna de vrouw van Chusa de landvoogd of opzichter (epitropos) van Herodes. En tenslotte Suzanna en “vele anderen” die Jezus van dienst (‘tot diakenen’) zijn geweest.
De NBV vertaalt in de parabel van de schuldenaars (Lucas 7, 41-43) die door hun schuldeiser wordt begenadigd, (echarisato, van charizomai, vers 42) dat hun schulden worden ‘kwijtgescholden’. Jammer, want zo verdwijnt de woordstam ‘genade’ (charin) die in dit gedeelte driemaal voorkomt: ook in vers 43 (echarisato) en in vers 47 (charin). DE NBV laat die genade in vers 47 zelfs helemaal weg” In plaats van “Om die genade (die de vrouw heeft bewezen) zegt ik je……” wordt vertaald: “Daarom zeg ik je…….’. Wat een misser.
Het Griekse charizomai kun je overigens wel vertalen met ‘kwijtschelden’, ‘vergeven’, maar dan vergeet je direct dat de Septuaginta (de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel) het woordje charis gebruikt als vertaling van het Hebreeuws chan of chen: genade. Zo voor het eerst in Genesis 6,8: “Maar Noach –spijt– heeft genade gevonden in de ogen van de Ene.
Pieter Oussoren kiest komende zondag in zijn dienst in de Lutherse Kerk van Apeldoorn (12.00 Orgelmuziekdienst) als slotlied voor de roerende tekst van Maria de Groot uit Eva’s Lied I (8): ‘Lied van de vrouw die Jezus voeten zalfde’, maar dan op de melodie van Gezang 665 (‘Nun jauchzt dem Herren, alle Welt’).
Zij heeft geweten wie zij was;
een vaas doorschijnend als albast,
verlangen wellend tot de rand.
een mirremaat, een liefdepand
Zij heeft geweten wat zij kocht
voor hem die zij vertwijfeld zocht,
zij beeldde in haar gave uit
hoe zuiver liefde zich ontsluit.
Zij heeft geweten wie hij was,
de meester Gods, de avondgast,
de mens die aan de maaltijd spreekt
over de liefde die ontbreekt.
Zij wisten beide, man en vrouw
hoe diep de schuld en het berouw
en hoe vergeving ons bevrijdt
als bronnen in de regentijd.
Wie zijn wij voor zijn aangezicht
wanneer door hem wordt aangericht
Gods maaltijd en wij zijn te gast
bij wijn in kruiken van albest.
Theo van Willigenburg – vanwilligenburg@kantacademy.nl