10:17


Maar de tweeënzeventig

keren vol vreugde terug en zeggen:
heer, zelfs de demonieën
onderschikken zich aan ons, door uw naam

10:18


Maar hij zegt tot hen:

ik heb aanschouwd hoe de satan
als een bliksem uit de hemel viel;

10:19


zie, ik heb u het gezag gegeven

om te ‘treden op slangen en schorpioenen’

(Ps. 91,13),

en over heel de kracht van de vijand,
en niets, niets zal u onrecht aandoen!-

10:20


evenwel, verheugt u niet hierover

dat de geesten zich aan u onderschikken,
maar verheugt u
dat uw namen zijn opgeschreven
in de hemel!

10:21


Dit eigen uur jubelt hij het uit,

door de heilige geestesadem, en zegt:
ik belijd van u, Vader,
Heer van de hemel en de aarde,
dat gij dit hebt verborgen
voor wijzen en verstandigen
en hebt onthuld aan onmondigen;
ja, Vader, dat zó welbehagen
is geschied ten overstaan van u!-

10:22


alles wordt mij in handen gegeven

door mijn Vader;
en niemand herkent
wie de Zoon is,- alleen de Vader;
en wie de Vader is,-
alleen de Zoon én elk
aan wie de Zoon het wil onthullen!

10:23


En zich kerend tot de leerlingen apart,

zegt hij: zalig de ogen die aankijken
wat gij aankijkt;

10:24


want ik zeg u

dat vele profeten en koningen
hebben gewild te zien wat gíj aankijkt,
en hebben het niet gezien,
en te horen wat gij hoort
en hebben het niet gehoord!

10:25


En zie, zomaar een wetgeleerde staat op

om hem op de proef te stellen, en zegt:
leermeester, wat doende
zal ik eeuwig leven beërven?

10:26


Maar hij zegt tot hem: in de Wet,-

wat is daar geschreven, hoe lees je dat?

10:27


Maar ten antwoord zegt hij:

‘liefhebben zul je de Heer je God,
vanuit heel je hart, met heel je ziel,
met al je kracht’ (Deut. 6,5)
en met heel je verstand,
en: ‘je naaste aan jou gelijk’ (Lev. 19,18)!

10:28


Maar hij zegt tot hem:

je hebt juist geantwoord!-
doe dit en je zult leven!

10:29


Maar hij wil zich rechtvaardigen

en zegt tot Jezus: en wie ís mijn naaste?

Lucas 10, 17-29 Kijken

Het Oecumenisch Leesrooster heeft de neiging om de wat cryptische passages in het Lucasevangelie over te slaan, teneinde vlotjes toe te snellen naar de bekende verhalen en parabels. Zo staat voor deze zondag Lucas 10, 25-37 geprogrammeerd, het verhaal van de ‘barmhartige Samaritaan’. Maar daarmee missen we het vervolg op de lezing van vorige week die een veel brisantere tekst biedt en die de onmisbare inleiding vormt op de parabel van de Samaritaan.

Centraal is vers 23; “zalig de ogen die aankijken wat gij aankijkt.” In het Nieuwtestamentische Grieks zijn er verschillende woorden voor kijken of zien en die worden heel bewust gebruikt.

In Lucas 10, 18 zegt Jezus “Ik heb aanschouwd hoe de satan als een bliksem uit de hemel viel.” Dat aanschouwen is het Griekse theoreoo en dat gebruikt Lucas vooral om iets als visioenen of gezichten mee aan te duiden, zoals in Handelingen 7,56 waar Stefanus zegt: “ik aanschouw de hemelen geopend, en staande ter rechterhand Jezus…”

In Lucas 10, 32 wordt het Griekse werkwoord ginooskoo gebruikt (herkennen, erkennen, begrijpen): “en niemand herkent wie de Zoon is, – alleen de Vader”. En in Lucas in 10, 24b duikt het Griekse oraoo op: ‘zien’, dat zowel een ‘geestelijk zien’ (begrijpen) kan betekenen als een heel gewoon zien met je ogen

Maar in vers 23 en 24 staat daar ineens ‘kijken’, de vertaling van het Griekse blepoo, dat op de meest concrete wijze ‘kijken’ of ‘aankijken’ betekent. Niets van een visioen of een geestelijke verstaan, maar een heel concreet bekijken wat er gebeurt. En wat gebeurde er? Tweeënzeventig leerlingen zijn juichend teruggekeerd van een zeer geslaagde missie: de demonieën –de verwoestende tijdgeesten– hebben zich aan hen ondergeschikt in Jezus’ naam! De nieuwe orde van God, zijn Koninkrijk, heeft heel concreet zijn kracht laten zien. Het is geen vergezicht, maar een realiteit voor hier en nu.

De doperse Amerikaanse theoloog Howard Yoder laat in zijn werk scherp zien dat de nieuwe orde die in Jezus wordt geopenbaard zó tegen onze orde ingaat, dat we voortdurend de neiging hebben om Jezus woorden ‘spiritueel’ te lezen. Jezus’ radical ethiek van de ‘andere wang’ is zo contra naturam dat er voortdurend alles gedaan is om deze nieuwe orde als ‘niet relevant voor onze tijd en ons moderne leven’ af te wijzen. Jezus boodschap zou ‘apocalyptisch’ bedoeld zijn (voor de nieuwe wereld die komt). De missie waarmee de tweeënzeventig op pad worden gestuurd is misschien toepasbaar in de mesiasbelijdende communes in de eerste eeuw, maar niet voor Christenen in onze tijd die politieke en maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen. Jezus’ woorden moet je vooral niet letterlijk nemen en dat koninkrijk van God is meer een droom dan werkelijkheid.

Nee, zegt Jezus in Lucas 10, 31: gelukkig de ogen die aankijken wat jullie aankijken! Het is geen droom of visioen, het is er echt! Dus die Samaritaan: dat is geen humanistisch ideaal. Het is de enige aanvaarbare praktijk in Gods Rijk.

 

Theo van Willigenburg

vanwilligenburg@kantacademy.nl