12:49


vuur ben ik komen werpen op de aarde,

en wat wil ik ánders
dan dat het reeds ontstoken is!-

12:50


maar ik moet in een doop worden gedompeld,

en hoe word ik vastgehouden
totdat die is volbracht!-

12:51


ge denkt dat ik ben aangeland

om vrede op de aarde te geven;
niet!, zeg ik u,
eerder verdeeldheid!-

12:52


want als er van nu af vijf in één huis zijn,

zijn ze verdeeld:
drie tegen twee en twee tegen drie;

12:53


verdeeld zullen zijn

een vader tegen een zoon
en een zoon tegen een vader;
een moeder tegen een dochter
en een dochter tegen de moeder;
een schoonmoeder tegen haar schoondochter
en een schoondochter tegen de schoonmoeder!

12:54


Maar ook heeft hij tot de scharen gezegd:

wanneer ge in het westen
een wolk ziet opkomen,
zegt ge meteen: er komt regen!-
en zo geschiedt;

12:55


en wanneer ge de zuidenwind ziet waaien

zegt ge: dat wordt hitte!-
en het geschiedt;

12:56


oordeeloompjes, het aanschijn van de aarde

en de hemel
weet ge naar waarde te schatten,
maar dit moment, hoe is het mogelijk
dat ge dat niet naar waarde schat?-

12:57


en waarom oordeelt ge niet ook uit uzelf

wat rechtvaardig is?-

Lucas 12,49-57 Oordeeloompjes

Dat Jezus de religieuze kopstukken van zijn tijd uitschold, gaat er vaak prima in. Maar hier spreekt hij de scharen net zo aan: hypokritai! Er bestaat een hypocrisie van de politicus, van de bisschop, van de predikant. Er is ook zoiets als de hypocrisie van de gewone man.

Oussoren vertaalt dit woord met het opvallende neologisme “oordeeloompjes”. Het roept associaties op aan “roddeltante” en “suikeroom”. Bij “oordeeloompje” denk ik aan een vervelend mannetje dat altijd klaarstaat met zijn oordeel. Over alles heeft hij wel een boek gelezen of een documentaire gezien. Nooit hoeft hij te vragen, altijd heeft hij een antwoord. Je zult zo iemand maar in de familie hebben. Godfried Bomans heeft er vast wel een anekdote over: “Ik had een oordeeloompje…”

Bijna alle vertalingen hebben hypokritai vertaald met: schijnheilige, huichelaar enzovoorts. Iemand die de boel loopt te bedonderen. Iemand die het niet echt meent vanuit z’n hart. Een bedrieger dus. Maar raakt dat de kern? Is de subjectieve onwaarachtigheid de essentie? Het woordenboek geeft aan dat de centrale betekenis van het woord “toneelspeler” is. De nadruk ligt daarbij op het dialogische, het vragen en antwoorden. Vanouds betekent hypo-krinomai dan ook gewoon: antwoorden. In het latere Grieks, zoals ook in het Nieuwe Testament, is dat apo-krinomai geworden.

Een hypokritès is iemand die toneelspeelt. Is hij opzettelijk aan het bedriegen? Denkt hij bij zichzelf: “nu zal ik me eens heel anders voordoen dan ik ben”? Misschien, soms. Hij probeert overtuigend spel te spelen. Maar de betere toneelspeler overtuigt allereerst en allermeest zichzelf! Hij gaat er zelf in geloven. Hij heeft zichzelf ervan overtuigd dat hij het goed bedoelt en dat een nader onderzoek niet nodig is. Daarom moet hypocrisie benoemd en ontmaskerd worden. De acteur moet ervan overtuigd worden dat de voorstelling afgelopen is. En dat hij een verkeerde voorstelling van zaken gegeven heeft. Dat is het “gij zijt die man”- moment (2 Samuël 12,7). Tot dat moment gelooft David subjectief heilig in zijn eigen integriteit. Nathan breekt de voorstelling af. David blijkt de verkeerde rol gespeeld te hebben. Nu krijgt hij zijn werkelijke rol aangewezen. Gij zijt die man!

Maar hoe komt Oussoren nu bij “oordeeloompjes”? Vanwege de stam krinoo die erin verluidt: (be)oordelen, inschatten, onderscheiden. Iemand die daarvan zijn beroep en roeping heeft gemaakt, is de rechter, die dan ook kritès heet. En een moment waarop dingen duidelijk worden, is een krisis. In iedere dialoog zitten die momenten, als het goed is. Dan klinkt er recht-spraak. Ieder weloverwogen antwoord heeft iets van onderscheiding in zich. Je kunt niet alles zeggen. Dat zou van pure volledigheid nietszeggend worden. Je moet beoordelen wat nú precies gezegd moet worden.

“Oordeeloompje”, het klinkt grotesk. Het klinkt als een typetje. Iets voor op het toneel. Jezus recenseert de voorstelling. Mooi gespeeld, prachtig! Een applaus waard! Mensen, julie zijn gewéldige hypokritai! U gelooft echt in uw eigen spel, zie ik. U speelt de oom die je niets wijs hoeft te maken en die alles haarfijn beoordeelt. Maar nu even tussen ons: waarom kunt u de tijd waarin we leven dan zo bar slecht inschatten? Dreigende luchten, en u zegt: fijne lentedag? Of: blauwe lucht, en u zegt: dat wordt een pak sneeuw? Waarom valt u nu opeens zo uit uw rol? Oordeel zelf, oompje!

Wouter van Voorst