19:1


Jericho binnengekomen

is hij daar doorheen getrokken.

19:2


Zie, een man,

geroepen met de naam Zacheüs;
hij is oppertollenaar geweest,-
hij is rijk!

19:3


Hij heeft ernaar gezocht

Jezus te zien, wie hij was,
maar heeft het vanwege de schare
niet vermocht,
omdat hij van gestalte klein is geweest.

19:4


Vooruitgesneld naar voren

klimt hij op een moerbeivijgenboom omhoog
om hem te kunnen zien,-
omdat hij op doortocht dáár wel
langs móest komen.

19:5


Als hij bij die plek aankomt,

kijkt Jezus omhoog en zegt tot hem:
Zacheüs, haast je en klim omlaag,
want ik moet heden
in jouw huis verblijven!

19:6


Haastig klimt hij omlaag

en verwelkomt hem met vreugde.

19:7


Allen die het zagen hebben gegromd;

ze zeiden: die is bij een zondig man
binnengekomen om uit te spannen!

19:8


Maar Zacheüs staat daar en zegt tot de Heer:

zie, de helft van wat mij toebehoort, heer,
geef ik aan de armen,
en als ik iemands vijgen heb geschud
geef ik het viervoudige terug!

19:9


Maar Jezus zegt tot hem:

heden geschiedt er redding
aan dit huis,
omdat ook hij een zoon van Abraham is;

19:10


want de mensenzoon komt

om ‘te zoeken en te redden
wat verloren is’ (Ez. 34,16).

Lucas 19,1-10 Iemands vijgen schudden

Genoeg om je over te verbazen in de vertaling door Pieter Oussoren. Dat “allen die het zagen” hoe Jezus zich door Zacheüs laat verwelkomen in diens huis “hebben gegromd”, kenden we al uit eerdere passages waar de Farizeeën “gromden” over Jezus voorkeur om met foute mensen zoals tollenaars om te gaan (Lucas 15,2) Maar dan: Jezus is bij Zacheüs binnengekomen “om zich uit de spannen” (vers 7b). Alsof het daar een uitspanning is! (Zouden ze er ook pannenkoeken hebben? Oussoren is er dol op!) Toch is dat niet zo’n gekke vertaling. Het werkwoord kataluoo betekent letterlijk ‘omlaag loslaten’: zoiets als onderuitgezakt je ontspannen.

Maar deze is de mooiste. Zegt Zacheüs “als ik iemands vijgen heb geschud, geef ik het viervoudige terug!” (vers 8b) Is dat een staande uitdrukking ‘iemands vijgen schudden’? Nee, niet in de Bijbel en niet in het Nederlands. Tweemaal komt dat schudden van vijgen voor in de Bijbel, maar daar heeft het niet de betekenis van ‘afpersen’ of ‘uitknijpen’. In Nahum 3,12 gaat het over de val van Ninevé: “Al je bolwerken zijn vijgenbomen met te vroege vruchten: als ze worden geschud vallen ze een eter in de mond.” En in Openbaring 6 gaat het over de sterren (hemellichamen) die op de aarde vallen: “De sterren vielen van de hemel op de aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vruchten afwerpt wanneer hij door een sterke wind geschud wordt.” Blijkbaar verliest de vijgenboom snel zijn vruchten, of ze nu rijp zijn of onrijp.

De uitdrukking ‘Iemands vijgen schudden’ (met ‘vijgen’ als vijgenbomen, vgl. ‘peer’ in de betekenis van perenboom) betekent blijkbaar dat je iemand gemakkelijk kunt ‘uitschudden’.

Theo van Willigenburg

vanwilligenburg@kantacademy.nl