11:1


En het geschiedt:

wanneer Jezus ten einde is
met opdrachten geven aan
zijn twaalf leerlingen,
gaat hij daarvandaan weg
om te onderrichten en te prediken
in hun steden.

11:2


Maar als Johannes in de gevangenis

hoort over de werken van de Gezalfde,
stuurt hij door zijn leerlingen bericht

11:3


en zegt tot hem:

ben jíj de komende
of moeten we een andere verwachten?

11:4


Ten antwoord zegt Jezus tot hen:

gaat voort en verkondigt Johannes
waarvan ge hoort en opkijkt:

11:5


blinden kijken opnieuw en lammen wandelen,

huidvraatlijders worden gereinigd
en doven horen,
doden worden opgewekt
en aan armen
wordt goeds aangekondigd;

11:6


en zalig is hij die één met mij

niet tot struikeling gebracht wordt!

11:7


Als zij voortgaan

begint Jezus ermee
tot de scharen over Johannes te spreken:
toen ge zijt uitgetrokken naar de woestijn,
wat zijt ge gaan aanschouwen?-,
een rietstengel,
heen en weer geslingerd door de wind?-

11:8


nee; wat zijt ge gaan zien

toen ge zijt uitgetrokken?-
een mens
gehuld in zachtheden?-
zie, zachtheden dragen ze
in de huizen van de koningen!-

11:9


nee; toen ge zijt uitgetrokken,

wat zijt ge gaan zien?-
een profeet?-
ja, zeg ik u,
ook veel méér dan een profeet;

11:10


híj is het over wie geschreven is

‘zie, ik zend mijn aankondig-engel
voor je aanschijn uit
die jouw weg bereiden zal
voor jou uit’ (Mal. 3,1);

11:11

amen is het, zeg ik u:
onder wie uit vrouwen zijn geboren
is er geen ontwaakt
groter dan Johannes de Doper;
maar in het koninkrijk der hemelen
is de kleinste groter dan hij;

Mattheüs 11, 1-11 Rietstengel

Johannes, in de gevangenis omdat hij koning Herodes heeft getrotseerd, doet via zijn eigen leerlingen bij Jezus navraag: ben jíj de komende of moeten we een ander verwachten? Jezus geeft vervolgens geen uitleg of preek, maar wijst slechts op wat er in zijn aanwezigheid gebeurt: “blinden kijken opnieuw en lammen wandelen, huidvraatlijders worden gereinigd en doven horen”. Als dát geen teken is van de nadering van Gods nieuwe orde! Helemaal verrassend is wat er nog meer volgt aan tekenen, vooral omdat het blijkbaar gaat om een overtreffende trap van wondermacht: “doden worden opgewekt en aan armen wordt goeds aangekondigd”. Het goede voor de armen blijkt het grootste wonder te zijn! En wie is de angelos (vers 10), de aankondiger, de evangelist die deze boodschap als eerste bracht? Het is Johannes de Doper, dezelfde Johannes die nu gekerkerd wordt in Herodes’ paleis bij het meer van Tiberias.

Wie is die Johannes? vraagt Jezus. “Toen ge zijt uitgetrokken naar de woestijn, wat zijt ge gaan aanschouwen?-, een rietstengel, heen en weer geslingerd door de wind?” (vers 7) Ik moet onmiddelijk denken aan Jesaje 36, 2 waar Juda wordt verweten dat het zijn veiligheid zoekt bij de machten en krachten van z’n tijd: “Zie, je hebt veiligheid gezocht bij deze geknakte rietstengel, bij Egypte…” De rietstengel staat voor macht en autoriteit (in Openbaring 11,1 is zij symbool voor de scepter van Christus’ macht). Maar Egypte’s macht is in Gods ogen een geknakte macht, zoals ook Herodes met zijn politieke aspiraties het onderspit zal delven (ook al zal hij Johannes doden). Johannes is geen politicus die ‘heen en weer geslingerd door de wind’ coalities sluit, zoals altijd en overal gebeurt. Net als Jezus heult Johannes niet met de Herodianen en sluit hij geen compromissen met de Judese elite. Johannes verzet zich in zijn hele spreken en doen tegen de zachtheid van het succes, de weelde van rijkdom en het gemak van de communis opinio. Wie is hij? “Een mens gehuld in zachtheden?” Welnee: “zachtheden dragen ze in de huizen van de koningen!” Johannes hoort bij de orde van de armen, – de armen aan wie goeds wordt aangekondigd. Wat voor goeds? De omkering van alles. Groot wordt klein en klein wordt groot. Zelfs als kun je van Johannes nu zeggen dat “er geen ontwaakt is groter dan hij” dan nog is “in het koninkrijk der hemelen de kleinste groter dan hij.” Het lijkt of Jezus met zijn woord over Johannes zijn eigen politieke programma uittekent: Johannes had het misschien zelf nog niet door, maar hij heeft de weg bereid voor een nieuwe heerschappij, een autoriteit die van God zelf komt.

Theo van Willigenburg

vanwilligenburg@kantacademy.nl