1:18 |
|
1:19 |
|
1:20 |
|
1:21 |
|
1:22 |
|
1:23 |
|
1:24 |
|
1:25 |
|
Matteüs 1, 18-25 Het in de schoot hebben
Deze wonderlijke uitdrukking vinden we in vers 18 en 23. Twee associaties dringen zich op. De ene is die met een kwaal. “Het in de rug hebben.” De andere associatie is vruchtbaarder: iets in de schoot geworpen krijgen. Iets krijgen zonder dat je er wat voor gedaan hebt. Uit genade. Je krijgt het zomaar in de schoot geworpen. Maar hoe komt Oussoren aan deze uitdrukking als het gaat om Onze Lieve Vrouwe?
Het gros van de vertalingen heeft iets met “zwanger worden”. Maar de Vulgaat heeft net als Oussoren letterlijk vertaald: in utero habebit. André Chouraqui omschrijft Maria aldus: l’ayant dans le ventre par le souffle sacré. Deze prachtige uitdrukking komt via de Septuagint het Nieuwe Testament binnen. Waar het Hebreeuws het werkwoord harah (zwanger worden) bezigt, bezigt de Septuagint de uitdrukking “in de schoot hebben”. (Overigens gaat het hierbij niet om baarmoeder of moederschoot (dat is mètèr) maar om een woord dat ook gewoon buik kan betekenen. “Luie buiken” in Titus 1,12 zijn gasteres argai.)
Maria werd door Jozef gevonden “in schoot hebbende uit heilige geestesadem”. Kan het mysterieuzer? Ik houd van deze uitdrukking. Het klinkt zo terughoudend, zo eerbiedig, zo teer… Dan is “zwanger zijn” eigenlijk een lompe uitdrukking. Zeker als je bedenkt dat het etymologisch samenhangt met “zwaarlijvig zijn”. Trouwens, in dat stadium is Maria nog helemaal niet als Jozef haar wil “loslaten” (vs. 19).
God heeft zichzelf haar in de schoot geworpen. God is “iets” geworden. Maria krijgt het in de schoot geworpen. Uit genade. Niet voor niets heet zij: “vol van genade” (Lucas 1:28). En dan te bedenken dat Maria icoon is van Moeder-de-Kerk. We krijgen “het” in de schoot geworpen. Iets. God. De Kerk heeft iets onder de leden. Een mysterie. Een presentia realis.
Wouter van Voorst