De psalmen uit de Naardense Bijbel zijn zo vertaald dat ze kunnen worden gereciteerd op abdijtonen. Deze zangpraktijk is levend in de monastieke traditie, waarbij niet zelden, week in week uit zo het hele psalmboek wordt gezongen. Deze manier van zingen kan individueel beoefend worden, maar met groepen; door ongeoefende, maar ook met geschoolde zangers. De vertaalde tekst die dicht bij de grondtekst blijft is indringender dan de berijmde psalmen die in metrum- en rijmschema moeten passen. De psalmen zijn in abdijtonen gezet volgens de toonsoorten van het Geneefse Psalter. Ze zijn daar dus ook mee te combineren, zodat ze in gemeentezang verassend samen kunnen klinken (bv. een berijmde Geneefse strofe als keervers in combinatie met gereciteerde psalmtonen), wat een praktijk is geworden in de Lambertuskerk in Vught. De psalmen uit de vertaling Naardense Bijbel met toonzetting van Jelle Stellingwerf zijn uitgegeven onder de titel: Voor de liefste een lofzang.

artiestenElise en Sam zijn aan het project begonnen om de psalmen uit Voor de Liefste een Lofzang te zingen en op te nemen. Beiden hebben tijdens hun studie in Middelburg in het University College Roosevelt Choir gezongen. Daar zijn ze bekend geworden met een breed repertoire aan klassieke en kerkelijke muziek.

De psalmen gezongen op abdijtonen ontbraken nog aan dit repertoire. Tijdens een verblijf in het Monastère de Solan, een Grieks-orthodox klooster in Zuid-Frankrijk, maakten ze kennis met de sobere manier van zingen. Na terugkomst in Nederland werden ze door de uitgever van de Naardense Bijbel gevraagd voor een omvangrijk project: het opnemen van alle psalmen, vertaald door Pieter Oussoren en op muziek gezet door Jelle Stellingwerf.
‘Honderdvijftig psalmen inzingen doe je niet in een zondagnamiddag. Om structuur aan dit omvangrijke project te geven is besloten om de kerkelijke kalender te volgen met elke week een psalm van de zondag. Zo zingen we in 2015 het kerkelijk jaar rond.

In de loop van het project is de manier van zingen ook geëvolueerd. Zo zijn we steeds langzamer gaan zingen en nemen we langere pauzes tussen de verzen. Zoals Pieter Oussoren schrijft in het voorwoord van “Voor de Liefste een Lofzang” is er geen juiste manier van zingen maar zijn er verschillende stijlen, variaties en tradities wat betreft het ten gehore brengen van de psalmen.

Tijdens het zingen hebben we op verschillende manieren de abdijtonen afgewisseld. Dit hebben we gedaan om in de opnames meer variatie aan te brengen en om aan te geven dat het mogelijk is om de psalmen op verschillende manieren te zingen.’