4:1 |
|
4:2 |
|
4:3 |
|
4:4 |
|
4:5 |
|
4:6 |
|
4:7 |
|
4:8 |
|
4:9 |
|
4:10 |
|
4:11 |
|
4:12 |
|
4:13 |
|
Bijbeltekst van de Week – Lucas 4,1-13 – Het wonderlijke voorzetsel ‘in’
In de geestesadem is hij geleid de woestijn in’, zo vertaalt Oussoren Lucas 4,1. Tweemaal ‘in’, zoals ook in het Griekse origineel. Maar de Statenvertaling heeft: ‘Hij werd door den Geest geleid in de woestijn’. Zo ook o.a. NBG 1951 en NBV 2004. De Willibrordvertaling 1995 heeft: ‘Hij bleef veertig dagen lang in geestvervoering in de woestijn’. Ook daar tweemaal het woord ‘in’. Oussoren staat dus niet helemaal alleen in zijn vertaalkeuze.
Het Griekse voorzetsel εν wordt dan weer met ‘in’, dan weer met ‘door’ of ‘met behulp van’ vertaald. Dat laatste heet heel deftig een ‘instrumentaal εν’. De Geest is instrument om Jezus te leiden. Maar de vraag is: wanneer is er sprake van een ‘instrumentaal εν’ en wanneer niet? Er is geen enkel zichtbaar onderscheid tussen de woorden. Het is een kwestie van interpretatie: hoe leest gij?
Het grappige is, dat deze kwestie ook in het Hebreeuws speelt. Meteen in Genesis 1,1 is het al raak. Daar staat: ‘In den beginne schiep God…’ Maar het lidwoord ontbreekt. Er staat letterlijk: ‘In (een) beginne schiep God…’ (Het Hebreeuws heeft geen onbepaald lidwoord.) In midrasj Rabba wordt voorgesteld om te vertalen: ‘Door (een) beginsel schiep God.’ Over wat dat beginsel / principe dan is, lopen de meningen vervolgens uiteen. Prominent is natuurlijk de suggestie dat de Tora dat scheppingsprincipe is. Maar een messiaan als Paulus suggereert dat Jezus Christus het principe is. ‘Door hem zijn alle dingen geschapen.’ (Colossenzen 1,16) Of moet het zijn: ‘In hem’? Want hier duikt weer dat mysterieuze woordje εν op.
Hoe zou het zijn als we de ruimte van dat woordje ontdekten? Het duidt op een leefsfeer waarin iemand zich bevindt, voorafgaande aan al ons eigen denken, voelen en doen. Veel interessanter dan de vraag wat er zich in ons bevindt (sorry, psychologie!), is de vraag waar wij ons in bevinden. In wat voor wereld? In welke verhoudingen? In een onreine tijdgeest? In zonde? Of juist in het lichaam van Christus en in heilige geestesadem? Als dat het geval is, adem je die natuurlijk ook in. Dat bezielt je en vormt je tot wie je bent. Maar het begint met ‘de geest om mij heen’ (Gezang 51). ‘Wees de adem waaruit ik ontsta.’ Zo zie je dat de sfeer waarin we ons bevinden, een uitwerking op ons heeft. We veranderen ‘daardoor’.
Of je om die reden ‘instrumenteel’ moet vertalen, vraag ik me af. Ik denk dat concordante vertalingen als de Naardense Bijbel er terecht terughoudend mee zijn. Laat het aspect van locatie maar voorop staan. ‘Adam, waar zijt gij?’
Ten slotte een pedante opmerking. Ik ben het niet helemaal eens met de plaatsing van Oussorens tweede ‘in’. ‘In de woestijn’ is wat anders dan ‘de woestijn in’. Het eerste suggereert een zich bevinden, het tweede een beweging ernaartoe. Daarvoor zou het Grieks het voorzetsel εις gebruiken, zoals Mattheus doet (4,1). Maar Lucas gebruikt het woord εν.
Wouter van Voorst