9:28


Maar het geschiedt zo’n acht dagen later

na deze woorden
dat hij Petrus, Jakobus en Johannes
meeneemt
en opklimt naar het bergland,
om te aanbidden.

9:29


En het geschiedt terwijl hij bidt

dat het aanzien van zijn aanschijn
anders wordt
en zijn kleding stralend wit.

9:30


En zie, twee mannen

hebben met hem samengesproken;
het zijn Mozes en Elia geweest,
die, te zien in glorie,
hem zijn uittocht hebben aangezegd

9:31


die hij weldra zou gaan volbrengen

in Jeruzalem.

9:32


Maar Petrus en die met hem waren

zijn loodzwaar geweest van slaap,
maar nu ze doorgaan te waken
zien ze zijn glorie,
en de twee mannen die daar met hem staan.

9:33


En het geschiedt

als zij zich van hem verwijderen,
dat Petrus tot Jezus zegt:
meester, het is goed dat wij hier zijn;
laten we drie tenten maken:
een voor u, een voor Mozes en een voor Elia!,
niet wetend wat hij zegt.

9:34


Maar terwijl hij dit zegt geschiedt er een wolk

die hen heeft overschaduwd;
ze worden bevreesd
als zij in de wolk binnenkomen.

9:35


Er geschiedt een stem vanuit de wolk

die zegt:
deze is mijn zoon, de uitgelezene,-
hoort naar hem!

9:36


En terwijl de stem geschiedt

is alleen Jezus daar te vinden.
Zij zwijgen
en verkondigen in die dagen aan niemand iets
van wat zij hebben gezien.

Bijbeltekst van de Week – Lucas 9, 28-36 Uittocht

De twee mannen die met Jezus hebben “samengesproken” hebben hem zijn “uittocht” aangezegd. De NBV vertaalt exodon (van ‘exodus’ dus) met “levenseinde”. Wat jammer! De hele spanning in dit gedeelte is daarmee verdwenen. Jezus’ lijden en sterven in Jeruzalem wordt geduid als een uittocht, als de uittocht van Israël uit angstland Egypte, dus als een grootse bevrijding. Dat Petrus drie tenten wil oprichten voor Mozes, Elia en Jezus krijgt zo ook nieuwe betekenis. Woonde de God van de bevrijde Israëlische slaven niet in een tent? En zien we bij de profeten niet het groeiende inzicht dat Hij niet gebonden is aan tent of tempel, maar overal bij zijn mensen is en toch niet te vangen is in beeld, gebouw, ideologie of theologie?

Heeft in Jezus God niet opnieuw een tent opgeslagen onder zijn mensen (Johannes 1,14) in plaats van in het “rovershol” dat de mensen van de Jeruzalemse tempel hebben gemaakt? (Lucas 19,46) Die tempel, dat heiligdom moet gereinigd en hervormd worden door een Galilese rabbi die het houdt met sociaal marginalen, gehate landverraders, verachte hoeren en maatschappelijk uitgestotenen. Zijn eigen dood als onteerde misdadiger, zijn identificatie met alles waarop wordt gespuugd, luidt zijn glorieuze uittocht in en met hem de uittocht van alle vertrapten: “deze is mijn zoon, de uitgelezene, hoort naar hem!” (Lucas 9, 35). Bevrijding wordt aangezegd aan wie werkelijk naar Jezus horen. Hun ogen zullen open gaan als Hij hun de Schrift ontsluit (Lucas 24 31).

Let ook op Lucas 9, 32: meestal wordt vertaald dat de leerlingen in diep slaap waren en dan wakker schieten, maar het staat er niet. Wel dat Petrus en de anderen “loodzwaar zijn geweest van de slaap”, maar nu ze toch “doorgaan te waken”, zien ze Jezus glorie! Waken, waakzaam zijn, is verwachten zonder dat je weet wat je moet verwachten. Reeds bij de voorzegging van Jezus’ passievolle uittocht wordt zijn glorie zichtbaar. Deze mislukte messias belichaamt Gods stralende overwinning.

Theo van Willigenburg      vanwilligenburg@kantacademy.nl