2:1 |
|
2:2 |
|
2:3 |
|
2:4 |
|
2:5 |
|
2:6 |
|
2:7 |
|
2:8 |
|
2:9 |
|
2:10 |
|
2:11 |
|
2:12 |
|
2:13 |
|
Johannes 2, 1-13
Bijbeltekst van de week – Johannes 2, 1-13
Op de derde dag (Johannes 2,1)? Gerekend van waaraf dan?
Stel dat in Johannes 1, 19 dag één begint, dan hebben we in 1,29 (“De volgende morgen..”) dag twee. In 1,35 begint dag drie. In 1,43 breekt weer een morgen aan: de vierde dag. Hoofdstuk 1,1 citeert al Genesis 1,1. Wordt er een scheppingsweek opgebouwd? Als dag één de opstandingsdag is, de zondag, dan is de derde dag uit 2,1 na de vierde uit 1, 43 weer een zondag. Zó vermoed ik ook dat 2,1-3 gelezen wil worden: op de dag van zijn opstanding geschiedt er een bruiloft te Kana(än) in Galilea: de bruidegom komt tot zijn bruid en viert met haar zijn maaltijd. Het water dat de diakenen aandragen, wordt in de aanwezigheid van Jezus tot wijn, dat kan haast niet anders. Het begin dat Jezus maakt met de tekenen (Johannes 2,11) is een voorproefje van de zondagse samenkomst van de gemeente vanaf Pasen-en-Pinksteren-op-één-dag (Johan 20,22). In Johannes 2 is Jezus niet minder de Messias dan in Johannes 20. Maar tegelijk is hij ‘aards’ en bijna huiselijk nabij: ze ‘dalen af’ naar Kafarnaoem, leerlingen en familie zonder Jozef, en blijven daar niet lang, want het Judese Pesach is nabij (uitbundiger dan dat van Galilea, of op een andere datum?) en Jezus klimt op naar Jeruzalem, waar het ‘huis van de Vader’ wacht op reiniging. Er is blijkbaar haast bij. Wat wíl je: zo lang heeft Jezus ook niet de tijd.
Pieter Oussoren
www.luthersekerkapeldoorn.nl