20:19 |
|
20:20 |
|
20:21 |
|
20:22 |
|
20:23 |
|
20:24 |
|
20:25 |
|
20:26 |
|
20:27 |
|
20:28 |
|
20:29 |
|
20:30 |
|
20:31 |
|
Johannes 20,19-31 Toeblazen
Jezus blaast zijn leerlingen toe. In het Grieks staat efusèsen, van em-fusaoo: inblazen. Letterlijk staat er dus: ‘Hij blies in, en zei hen…’ Het gebruikte werkwoord komt alleen hier in het Nieuwe Testament voor. De Septuagint bezigt het negen keer, waarvan een paar keer op cruciale plaatsen. In Genesis 2,7 staat dat de nieuw geformeerde mens levensadem ingeblazen krijgt. In 1 Koningen 17,21 vertaalt de Septuagint dat Elia het dode jongetje driemaal ‘inblaast’ (waar het Hebreeuws iets van ‘zich uitstrekken over’ heeft). En in Ezechiël 37,9 worden de vier geestesstreken opgeroepen, te blazen in de vermoorden. Johannes gebruikt dus een memorabel werkwoord dat allerlei associaties met schepping en opstanding oproept.
‘Neemt in u op heilige geestesadem’. De Statenvertaling heeft gewoon: ‘ontvangt den Heiligen Geest’. Hoeveel mooier en beeldender is de Naardense Bijbel hier! Het voorzetsel ‘in’ dat bij de vertaling van em-fusaoo was uitgevallen, keert hier bovendien terug. Adam kreeg ooit adem ingeblazen; de leerlingen krijgen heilige geestesadem ingeblazen. Als bij een geslaagde reanimatie beginnen ze te heilige geestes-ademen. ‘Zo staat ook geschreven: ‘de eerste mens, Adam, werd tot een levende aardse ziel’ (Gen. 2,7),- de laatste Adam wordt tot een levendmakende geest.’ (1 Kor. 15,45) Het eerste levensteken dat Jezus vervolgens noemt, is: vergeving (Johannes 20,23). Vergeving is een daad van herschepping.
Het is moeilijk of onmogelijk om een definitie van de mens te geven. Als ik de bijbel een beetje snap, is de mens vooral bijzonder vanwege zijn mogelijkheden. Niet wat hij is, maar vooral wat hij kan worden is bijzonder. I.U. Dalferth noemt hem een ‘Möglichkeitswesen’. Hij doet dat in een pittig boekje met de titel ‘Umsonst’: voor niks. Je kunt die titel op twee manieren lezen. Het is allemaal ‘voor niks’, sola gratia. Alles wat we kunnen worden, wordt ons zomaar toegespeeld en toegeblazen. Of, als we onszelf afsluiten voor die gratie: allemaal voor niks, heel dat geboren worden, streven en sterven. Maar vooral dat eerste doet ertoe. Eigenlijk moeten we oneindig hoopvol over ieder mens denken, zelfs over onszelf.
Wouter van Voorst