16:19


Maar er is zomaar een mens geweest, een rijke;

hij ging gekleed in purper en lijnwaad
en vierde iedere dag schitterend feest.

16:20


Maar zomaar een arme, met de naam Lazarus,

was neergeworpen bij zijn poort,
ónder de zweren,

16:21


vol verlangen om verzadigd te worden

met wat omlaag viel van de tafel van de rijke;
echter, ook de honden kwamen
en hebben zijn zweren afgelikt.

16:22


Maar het geschiedt: de arme sterft

en hij wordt door de engelen weggedragen
naar de schoot van Abraham;
ook de rijke sterft
en wordt begraven;

16:23


in het schimmenrijk slaat hij zijn ogen op

terwijl hij folteringen ondergaat,
en ziet van verre Abraham,
en Lazarus bij hem op schoot!

16:24


Hij roept en zegt: vader Abraham,

ontferm je over mij en stuur Lazarus,
dat die het topje van zijn vinger in water doopt
en mijn tong verkoeling brengt,-
omdat ik word gekweld in deze vlam!

16:25


Maar Abraham zegt:

kind, gedenk dat jij de goede dingen
hebt aangenomen in je leven
en Lazarus evenzo de kwade;
nú wordt hij hier troostend toegeroepen
en word jij gekweld!-

16:26


en bij dit alles

gaapt er tussen ons en jullie een grote kloof,
zodat zij die wíllen overstappen
van hier naar jullie,
het niet vermogen,
en ze ook niet daarvandaan
naar ons kunnen oversteken.

16:27


Maar hij zegt: dus vraag ik je, vader,

dat je hem stuurt
naar het huis van mijn vader;

16:28


want ik heb vijf broers;

opdat hij aan hen zal betuigen
dat zíj níet óók moeten komen
in dit oord van foltering!

16:29


Maar Abraham zegt:

zij hebben Mozes en de profeten,-
laten ze horen naar hén.

16:30


Hij zegt: o nee, vader Abraham!-

als echter zomaar iemand
bij de doden vandaan
naar hen toe gaat,
dan zullen ze zich bekeren!

16:31


Maar hij zegt tot hem:

als ze naar Mozes en de profeten niet horen,
zullen ze ook niet
als iemand uit de doden opstaat
zich laten overtuigen!

Lucas 16,19-31 Neergeworpen

Lazarus was ‘neergeworpen’ bij de poort van de rijke mens. Op de een of andere manier kon ik me dat detail niet herinneren uit de Statenvertaling. De reden: het staat er niet. De Statenvertaling heeft hier domweg: ‘lag’, net als trouwens het gros van de vertalingen. Jammer hoor, vooral van de anders zo concordante Statenvertaling, want er staat toch echt een passieve plusquamperfectum van ‘balloo’: werpen. De Herziene Statenvertaling lijkt aangevoeld te hebben dat een actieve vertaling (‘lag’) niet correct is. Maar ze komen met het erg slappe ‘was neergelegd’. Welja, maak er anders ‘neergevlijd’ van! Alsof ze een paar verpleegsters en een antidecubitus-bed hadden ingezet. Neen. Lazarus, – zijn naam betekent ‘Godhelp!’ – is daar gewoon neergeworpen als ‘human trash’. Zou Heidegger hier zijn ‘geworpenheid’ vandaan hebben?

Nu moet ik opeens denken aan Psalm 22. ‘Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af; van den buik mijner moeder aan zijt Gij mijn God. Zo wees niet verre van mij, want benauwdheid is nabij; want er is geen helper.’ (10-11) Eigenlijk is Lukas 16,19-31 een plaatje bij Psalm 22. Al de poëzie wordt proza. De geworpenheid. De verlatenheid. De afzichtelijkheid. De honden. Ook de naam Lazarus, ‘Godhelp!’ komt gecodeerd terug in vers 11: ‘er is geen helper’.

De woorden ‘op U ben ik geworpen’ (22,10) zijn in allerlei vertalingen verfraaid. De NBV 2004 heeft bijvoorbeeld: ‘Bij mijn geboorte vingen uw handen mij op.’ Ontroerend. Maar het staat er niet. Eerder lijkt dit te zijn gebeurd: het kindje werd weggegooid met een ‘een, twee, drie, in Godsnaam overboord.’ Daar moet God maar voor zorgen. En die doet blijkbaar niets.

Te laat en voor ons gevoel wellicht ondragelijk sentimenteel staat er: ‘hij wordt door de engelen weggedragen in de schoot van Abraham’ (22). Is dat niet een erg zoet antwoord op het ‘neergeworpen worden’? Het meisje met de zwavelstokjes. Opium van het volk etc. Maar wanneer is iets sentimenteel? Ik zou zeggen: als emotie geen ethiek met zich meebrengt. Gesnotter zonder daden. En dat is in het Evangelie nooit aan de orde. Lazarus heeft een gekruisigde Jezus naast zich, ‘en agonie jusqu’à la fin du monde’ (Pascal). Goedkoop is in het Evangelie niets.

Goed, niet sentimenteel dus, dat ‘weggedragen’ worden van de neergeworpen Lazarus. Maar wel te laat, toch? Moeten we niet streven naar verbetering van levensomstandigheden? We streven toch ook naar leven vóór de dood? Laten we doen wat we als christen niet laten kunnen. Maar het zal de wereld niet beter maken. God is vaak te laat met zijn reddingsacties (vgl. Joh. 11,6, met die andere Lazarus). Hij is een echte laatkomer. ‘Ten derden dage’, belijden we unverfroren. Maar dat betekent: Hij komt op het moment dat de berusting zijn intrede doet. Net als we ons ‘erbij neerleggen’, bij Lazarus. En zo gaat het altijd. Eerst moet er gestorven zijn. God en zijn verpleegengelen houden er zó van, een weggegooid mens op te rapen en weg te dragen… Je zou haast denken: ’t is alsof God het eerst zover laat komen…

Wouter van Voorst