19:41 |
|
19:42 |
|
19:43 |
|
19:44 |
|
19:45 |
|
19:46 |
|
19:47 |
|
19:48 |
|
Lucas 19, 41-48 Verpletteren
In de Naardense Bijbel zijn aanhalingen uit het Aloude Testament steevast zichtbaar gemaakt door aanhalingstekens en tekstverwijzingen. Ook de aanhalingen en toespelingen die er wat minder dik bovenop liggen worden zo zichtbaar. Neem bijvoorbeeld Lucas 19,44. Trouwens: wat een naargeestige vindplaats: 1944. Hongerwinter, Ardennenoffensief etc. Maar dat terzijde.
‘Ze zullen jou en ‘je kinderen in jou verpletteren’ (Ps. 137,9)’. Lucas 19,44 is een toespeling op Psalm 137,9, als we Oussoren mogen geloven. Psalm 137 begint zo mooi, by the rivers op Babylon, an Wasserflüssen babylon. Maar het eindigt met de afgrijselijkste zaligspreking uit de Schrift: ‘Zalig wie grijpt en verplettert jouw zuigelingen tegen de Steenrots!’ Aldus de vertaling van Oussoren. (Maar zie de hoofdletter waarmee Steenrots gespeld is.)
Het werkwoord ‘verpletteren’, ‘met de grond gelijk maken’ (edafizoo) komt alleen voor in Lucas 19,44. Het is afgeleid van edafos: grond, vloer. In de Septuagint klinkt het werkwoord zes keer, meest in passages die over oorlog gaan. Kinderen worden verpletterd, zwangeren worden opengesneden (Hosea 13,16). Dat is oorlog.
Een weerzinwekkende associatie komt in me op. Kinderen in jou die verpletterd worden… Het doet denken aan abortus. Als het kindje te groot is om nog fatsoenlijk af te drijven, wordt zijn of haar schedelinhoud weggezogen, de dood ten gevolge hebbend. Daarna kan het lijkje gemakkelijk uit de baarmoeder worden gehaald. Het is bijna letterlijk Lucas 19,44: ‘kinderen in u verpletteren’.
Laatst hoorde ik op de radio over deze thematiek praten. Een politicus zei binnen een paar zinnen twee opmerkelijk tegenstrijdige dingen. Eerst had ze het over ‘onze verworven vrijheden’, waaronder abortus. Daarna had ze het over vrouwen ‘die moeten kiezen voor abortus’. Ergens voor moeten kiezen, is dat vrijheid? Wiens vrijheid precies? Op een symbolische manier participeert de moeder die zo onvrijwillig van onze verworven vrijheden gebruik maakt in het lot van moeder Jeruzalem.
Moet je trouwens eens verder lezen. Jezus begint verkopers ‘uit te drijven’. Het is alsof hij het spiraaltje uit Jeruzalem verdrijft. De commerciële elementen die steriel maken. (Die maken dat de kerk wel klanten krijgt, maar geen kinderen.) Hij maakt een rovershol tot huis dat nieuw leven verwelkomt. ‘O moederstad, uit u is elk geboren!’ (Psalm 87:2 berijmd) ‘Maar het Jeruzalem boven is een vrije vrouw, en die is onze moeder’ (Galaten 4,26).
Wouter van Voorst