19:1 |
|
19:2 |
|
19:3 |
|
19:4 |
|
19:5 |
|
19:6 |
|
19:7 |
|
19:8 |
|
19:9 |
|
19:10 |
|
Lucas 19,1-10 Iemands vijgen schudden
Genoeg om je over te verbazen in de vertaling door Pieter Oussoren. Dat “allen die het zagen” hoe Jezus zich door Zacheüs laat verwelkomen in diens huis “hebben gegromd”, kenden we al uit eerdere passages waar de Farizeeën “gromden” over Jezus voorkeur om met foute mensen zoals tollenaars om te gaan (Lucas 15,2) Maar dan: Jezus is bij Zacheüs binnengekomen “om zich uit de spannen” (vers 7b). Alsof het daar een uitspanning is! (Zouden ze er ook pannenkoeken hebben? Oussoren is er dol op!) Toch is dat niet zo’n gekke vertaling. Het werkwoord kataluoo betekent letterlijk ‘omlaag loslaten’: zoiets als onderuitgezakt je ontspannen.
Maar deze is de mooiste. Zegt Zacheüs “als ik iemands vijgen heb geschud, geef ik het viervoudige terug!” (vers 8b) Is dat een staande uitdrukking ‘iemands vijgen schudden’? Nee, niet in de Bijbel en niet in het Nederlands. Tweemaal komt dat schudden van vijgen voor in de Bijbel, maar daar heeft het niet de betekenis van ‘afpersen’ of ‘uitknijpen’. In Nahum 3,12 gaat het over de val van Ninevé: “Al je bolwerken zijn vijgenbomen met te vroege vruchten: als ze worden geschud vallen ze een eter in de mond.” En in Openbaring 6 gaat het over de sterren (hemellichamen) die op de aarde vallen: “De sterren vielen van de hemel op de aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vruchten afwerpt wanneer hij door een sterke wind geschud wordt.” Blijkbaar verliest de vijgenboom snel zijn vruchten, of ze nu rijp zijn of onrijp.
De uitdrukking ‘Iemands vijgen schudden’ (met ‘vijgen’ als vijgenbomen, vgl. ‘peer’ in de betekenis van perenboom) betekent blijkbaar dat je iemand gemakkelijk kunt ‘uitschudden’.
Theo van Willigenburg
vanwilligenburg@kantacademy.nl