7:1


Nadat hij al zijn uitspraken

ten aanhoren van de gemeenschap
heeft voleindigd,
is het Kafarnaoem waar hij binnenkomt.

7:2


Maar de dienaar van

een zeker overste over honderd
was er slecht aan toe;
hij zou sterven;
en hij was voor hem kostbaar!

7:3


Maar als hij hoort over Jezus,

zendt hij tot hem
de oudsten van de Judeeërs
en vraagt hij hem dat hij zal komen
om zijn dienaar te redden.

7:4


Maar zij zijn bij Jezus aangeland

en hebben met haast hem erbijgeroepen
en gezegd: hij is het wáárd
dat u hem dit gunt;

7:5


want hij houdt van ons volk,

en de Samenkomst
heeft híj voor ons gebouwd!

7:6


Maar Jezus is met hen meegegaan.

Maar als hij
al niet ver meer van het huis af is,
stuurt de overste over honderd vrienden
om tot hem te zeggen:
heer, kwel u niet!-
want te gering ben ik
dat u onder mijn dak binnenkomt!-

7:7


daarom

heb ik mijzelf ook niet waardig geacht
tot u te komen;
maar zeg het met een woord
en mijn jongen zal worden geheeld!-

7:8


want ook ik ben een mens

die onder gezag is gesteld,
met onder mij soldaten,
ik zeg tot deze ‘ga’ en hij gaat
en tot een ander ‘kom’ en hij komt,
en tot mijn dienaar ‘doe dit’ en hij doet het!

7:9


Maar als hij deze dingen hoort

verwondert Jezus zich over hem* Of: bewondert Jezus hem.;
hij keert zich tot de schare die hem volgt
en zegt: ik zeg u,
niet in Israël heb ik zo’n geloof gevonden!

7:10


Als zij naar het huis terugkeren

vinden zij die erop uitgestuurd zijn
de dienaar gezond.

Lucas 7, 1-10 Samenkomst

De “overste over honderd” legionairs is zo geliefd bij de Judeeërs dat hun oudsten hij kan vragen Jezus’ hulp in te roepen teneinde zijn zieke dienaar te redden. Een “overste over honderd” was een centurion, die met vijf andere centuria het cohort vormde dat in Jeruzalem gelegerd was als stadsgarnizoen. De oudsten melden Jezus dat de overste die hulp “waard” is “want hij houdt van ons volk en de Samenkomst.”

De Naardense Bijbel vertaalt het Griekse woord synagogè naar zijn letterlijke betekenis als ‘samenkomst’ om te voorkomen dat het klinkt als een joods gebedshuis in onderscheid van een christelijke kerk. Vooral in het boek Lucas en Handelingen lijkt het of met synagoge niet zozeer een gebouw als wel een ‘plek van samenkomst’ wordt bedoeld (dat kan ook aan de oever van een rivier zijn).

Als wel nadrukkelijk een gebouw wordt bedoeld, vertaalt de Naardense Bijbel synagogè met ‘Samenkomst’, zoals de Doopsgezinde ‘Vermaning’ haar naam ontleent aan datgene wat er in die Vermaning gebeurt: elkaar vermanen. In de Hellenistisch-joodse wereld vanaf de tweede

eeuw voor Christus worden overal Samenkomsten gebouwd maar die heetten aanvankelijk proseuchai (van proseuche – gebed). Pas later ging men die gebouwen noemen naar wat er gebeurde: een bijeenkomst (synagoge), waarschijnlijk omdat er in de synagogen uitgerekend niet gebeden werd maar vooral uit de Tora werd gelezen, en vooral: synagogen waren in de eerste plaats gemeenschapshuizen, waar pelgrims en reizigers van elders onderdak vonden.

 

Theo van Willigenburg

vanwilligenburg@kantacademy.nl