16:9


Nadat hij vroeg op de eerste van de week

is opgestaan
verschijnt hij het eerst aan Maria Magdalena,
bij wie hij zeven demonieën
heeft uitgeworpen.

16:10


Voortvarend verkondigt zíj het

aan wie met hem zijn geweest
en (nu) rouwen en wenen;

16:11


als ook zíj horen dat hij leeft

en door haar is aanschouwd,
geloven zij het niet.

16:12


Daarna verschijnt hij

aan twee van hen terwijl zij wandelen,
in een andere gedaante,
terwijl zij op weg zijn naar een akker;

16:13


ook die komen terug

en verkondigen het aan de overigen;
en ook hén geloven ze niet.

16:14


Maar later verschijnt hij,

terwijl zij aanliggen, aan de elf,
en hekelt hun ongeloof en hardhartigheid
omdat zij hen die hem hebben aanschouwd
als opgewekte
niet geloven.

16:15


Dan zegt hij tot hen:

trekt uit tot heel de wereld
en predikt de evangelieverkondiging
aan heel de schepping:

16:16


wie zal geloven en zich laat dopen

zal worden gered,
maar wie niet gelooft
zal worden veroordeeld;

16:17


maar déze tekenen

zullen hen die geloven volgen:
in mijn naam zullen zij demonieën uitwerpen,
in nieuwe talen spreken;

16:18


slangen zullen ze optillen

en zelfs als ze iets dodelijks drinken
zal het hen geenszins schaden;
zieken zullen zij handen opleggen
en die zullen het goed hebben!

16:19


Nadat hij dit tot hen gesproken heeft

wordt de Heer Jezus dan
‘opgenomen in de hemel’ (2 Kon. 2,11)
en ‘zet hij zich ter rechterhand van God’

(Ps. 110,1).

16:20

Maar zíj, zij trekken uit
en prediken overal,
terwijl de Heer met hen meewerkt
en het woord bekrachtigt
door de tekenen die erop volgen.

Marcus 16, 9-20

Bijbeltekst van de week  – Marcus 16, 9-20

 

Als er op het abrupte Marcus 16,8 nog een afsluiting moet volgen (want 16,8 zou het ‘eigenlijk slot’ zijn van het evangelie), dan is de ‘kortere afsluiting’ die we in sommige handschriften aantreffen inhoudelijk de meest logische:

 

Maar alle dingen die

afgekondigd zijn

verkondigen zij beknopt

aan degenen rondom Petrus.

 

Die korte afsluiting is in ieder geval logischer dan de tekst die we nu voor ons hebben en die vaak als de later toegevoegde afsluiting van het evangelie wordt gepresenteerd. Liever beschouw ik Mc 16. 9-20 daarom als een zelfstandige ‘Na-Pasentekst’ die zeker op of omstreeks de Hemelvaartsdag heel goed als evangelie te lezen is.

Anders dan in 16, 1-8 (waar Jezus zelf niet gezien wordt) verschijnt Jezus in vers 9 aan Maria Magdalena en in vers 12 aan twee van wie met hem zijn geweest ‘terwijl zij op weg waren naar een akker’.  Maar denk nu niet dat die getuigen worden geloofd! – door de elf (hoewel Marcus niets meldt over een verdwijnen van Judas). Voordat Jezus hen uitzendt naar ‘heel de wereld’ moet hij hun ongeloof en hardhartigheid (‘hartverkalking’) hekelen. Geloven in een opgestande Jezus was toen net zo min als nu eenvoudig. Zeven maal gaat het in de verzen 9 t/m 18 over (niet) geloven en ongeloof, en over de tekenen die gelovende uitgezondenen zullen volgen.

Vers 19 is een kort en krachtig ‘hemelvaartsevangelie’, met verwijzing naar het verhaal van de hemelbestorming van de profeet Elia in 2 Koningen 2. Voor Jezus’ hemelvaart hoeven we bij Marcus niet te wachten tot de veertigste dag na Pasen. Een ‘pinksterdag’ ontbreekt ook; de veelbelovende woorden van Jezus tot de elf vooraf aan zijn opneming ten hemel volstaan; de geestesadem van Jezus is in 15, 39 al uitgeblazen, als Jezus ‘de geest geeft’ aan het kruis.

De elf ‘trekken uit en prediken overal’, en de rechts van God gezeten Heer werkt met hen mee en bekrachtigt hun woord ‘door de tekenen die erop volgen’, – de tekenen uit verzen 17 en 18. Een betere coöperatie van hemel en aarde is niet denkbaar.

 

Pieter Oussoren

http://www.luthersekerkapeldoorn.nl/5/predikant