9:2


Zes dagen hierna

neemt Jezus
Petrus, Jakobus en Johannes mee
en voert hen omhoog naar een steile berg,
op zichzelf, (zij) alleen.
Vóór hen wordt hij veranderd
van gedaante,

9:3


en zijn klederen worden glanzend,

zéér wit,
zo wit als geen voller op de aarde
(ze) vermag te maken.

9:4


En aan hen laat Elia zich zien,

samen met Mozes;
zij zijn samensprekend met Jezus geweest.

9:5


Ten antwoord zegt Petrus tot Jezus:

rabbi, hoe goed is ‘t ons om hier te zijn!,
laten wij drie tenten maken:
voor u een, voor Mozes een
en voor Elia een!

9:6


Want hij heeft niet geweten

wat te antwoorden,-
want ze geraken* Letterlijk: geschieden. buitengewoon
bevreesd.

9:7


En het geschiedt

dat een wolk hen overschaduwt,
en er geschiedt
een stem vanuit de wolk:
dit is mijn beminde zoon,
hoort naar hem!

9:8


Maar als zij om zich heen kijken

zien zij ineens niemand meer
dan alleen Jezus bij hen.

9:9


Terwijl zij uit het gebergte afdalen

gebiedt hij hun
om aan niemand te vertellen
wat zij hebben gezien,
‘behalve wanneer de mensenzoon
uit doden zal opstaan’.

9:10


Dat woord houden zij vast, bij elkaar

er samen naar zoekend wat het is,
dat ‘uit doden opstaan’.

Marcus 9, 2-10

Bijbeltekst van de week – Marcus 9, 2-10

 

Liever is het mij om deze  perikoop al te laten beginnen in 8, 34. Want: de ‘verheerlijking’ komt niet uit de lucht vallen, als zomaar eens een verrassing van Godswege. Ze is het tegenstuk van verwerping, lijden en sterven van de mensenzoon, aangekondigd (en niet begrepen) in  8, 31-32 en misschien een ‘voorafschaduwing’ van de komst van de mensenzoon in de glorie van zijn Vader en met de heilige engelen in 8, 38 – of die komst zélf: Mozes en Elia als ‘de heilige engelen’. Bij 9, 1 is het ook weer de vraag of er iets wordt gezegd over een spoedig verwachte ‘wederkomst’ van de mensenzoon, óf dat de verzen 2-10 de vervulling zijn van vers 1: Petrus, Jacobus en Johannes zien het koningschap van God komen in kracht, en die kracht bestaat in de blinkende bekleding van Jezus in het met-hem-sprekende gezelschap van Mozes en Elia en de stem vanuit een wolk daarboven die zegt ‘hoort naar hem!’

Het is een horen en zien soms even, –onmiddellijk na het visioen is (weer) alleen Jezus bij hen (vers 8)

In 8, 35 gaat het over lijf-en-ziel verliezen en redden. Zou het visioen de in beeld gebrachte redding van lijf-en-ziel zijn? Als troost en bemoediging aan Petrus die niets begrijpt van een mensenzoon die Golgota tegemoet gaat?

De evangeliegedeelten in de veertigdagentijd zijn tot ons gekomen als deel van de catechese aan de geloofsleerlingen die in de paasnacht gedoopt gaan worden. ‘Natuurlijk’ moet het in zo’n catechese over ondergang en opgang gaan, – van Jezus en van wie hem volgen.

 

Pieter Oussoren

http://www.luthersekerkapeldoorn.nl/5/predikant