10:16


zie, ík zend u uit

als schapen te midden van wolven;
wordt dus slim als de slangen
en simpel als de duiven!-

10:17


maar hoedt u voor de mensen;

want ze zullen u overgeven
aan raadsvergaderingen
en u geselen in hun samenkomsten;

10:18


ge zult naar stadhouders en koningen

worden gevoerd omwille van mij,
tot getuigenis aan hen
en aan de volkeren;

10:19


maar wanneer ze u overgeven,

weest niet bezorgd
hoe of wat ge spreken zult;
want het zal u in dat uur
gegeven worden wat ge spreken moet;

10:20


want niet gijzelf zijt het

die dan spreekt,
nee, het is de geestesadem van uw Vader
die in u spreekt;

10:21


maar een broer zal een broer

overgeven ter dood
en een vader een kind,
en kinderen zullen opstaan tegen ouders

(Micha 7,6) en hen doden;

10:22


ge zult gehaat zijn door allen

vanwege mijn naam;
maar wie ten einde toe volhardt,
die zal worden gered;

10:23


wanneer ze u in deze stad vervolgen:

vlucht naar de andere;

amen is het, zeg ik u,

ge zult niet het einde bereiken
met de steden van Israël
voordat de mensenzoon komt!-

10:24


een leerling is niet

boven wie onderricht
en een dienaar niet boven zijn heer;

10:25


het is voldoende voor de leerling

dat hij wordt als wie hem onderricht
en de dienaar als zijn heer;
als ze de heerser van het huis
al ‘Beëlzeboel’ noemen,
hoeveel te meer zijn huisgenoten!-

10:26


vreest hen dan niet;

want niets is verhuld
dat niet zal worden ónthuld
en verborgen
dat niet bekend zal worden;

10:27


wat ik ú zeg in het duister

zegt dat in het licht;
en wat ge hoort in het oor,
predikt dat op de daken;

10:28


vreest niet voor hen die het lichaam

doden, maar de ziel
niet vermogen te doden;
maar vreest eerder hem
die bij machte is
én ziel én lichaam om te brengen
in gehenna;

10:29


worden niet twee mussen

voor een stuiver verkocht?-
en niet één van hen
valt neer op de aarde
zonder uw Vader;

10:30


maar van ú zijn zelfs alle haren op het hoofd

geteld;

10:31


weest dan niet bevreesd;

gíj verschilt van vele mussen!-

10:32


ieder dan die zich voor de mensen

uitspreekt als één met mij,-
ook ík zal mij uitspreken
als één met hem
voor mijn Vader die in de hemelen is;

10:33


maar wie mij verloochenen zal

voor de mensen,
hem zal ook ík verloochenen
voor mijn Vader die in de hemelen is!-

Matteüs 10, 16-33

Niet naar ‘de heidenen’ of ‘de volkeren’, niet naar een stad van Samaritanen zendt een joodse Jezus twaalf joodse leerlingen uit, maar om te beginnen naar de verloren schapen van het huis Israëls (Mat. 10,5-6), naar mede-Joden dus. Jezus waarschuwt dat de twaalf niet overal enthousiast ontvangen zullen worden door hun broeders en zusters. Maar zelfs in de binnen-Joodse context zijn de synagogai uit vers 17 niet in de eerste plaats synagoges, de plaatsen van samenkomst, maar ‘samenkomsten’ in het algemeen. En zeker in een traditioneel antisemitische werelddeel als het onze is het van belang om, in de voorlezing, van Jezus niet een christelijke Christus te maken die zijn christelijke apostelen waarschuwt voor geselingen in synagoges. Samenkomsten dus, ben ik van mening.

Ik trek een boetekleed aan voor de ‘hel’ waarmee de Naardense Bijbel ge(h)enna uit vers 28 tot nu toe heeft weergegeven. Aan het Nederlandse woord ‘hel’ kleeft meer verdoemenis dan de Bijbellezer aankan. Ik heb mij laten overtuigen dat een verbanning naar ‘de Gehenna’ of ‘het Hinnomdal’, net naast de heilige stad Jeruzalem, al erg genoeg is en geen versterking nodig heeft. In de gereviseerde Naardense Bijbel (november 2014) gaat de ge(h)enna onvertaald als ‘gehenna’ mee in de tekst.