10:34 |
|
10:35 |
|
10:36 |
|
10:37 |
|
10:38 |
|
10:39 |
|
10:40 |
|
10:41 |
|
10:42 |
|
Matteüs 10, 34-42
“Meent niet dat ik gekomen ben om vrede te werpen op het aardland.” (Mt 10, 34a – gereviseerd)
Kun je vrede werpen in plaats van brengen? Je kunt een twistappel in een gezelschap werpen, maar ook vrede? We zeggen dat nooit zo. Toch denk ik het zo te ‘moeten’ vertalen. Ik wil boven water krijgen waarom het Griekse werkwoord ballein (‘werpen’, ballistiek komt daarvandaan) zo vaak en graag gebruikt wordt in de evangelieën; en dan zijn er ook nog de zelfstandige naamwoorden die iets met ‘werpen’ meedragen, zoals de diabolos, in onze taal verbasterd tot duivel, maar die eigenlijk een uiteenwerper (‘tweedrachtwerper’) is en als zodanig nu ook in de gereviseerde Naardense Bijbel komt. En was het niet vrede op aarde waarvan we zongen? Lastig: het Hebreeuwse erets en het Griekse gè (van de geologie) betekenen allebei zowel ‘land’ als ‘aarde’. Vaak weet je niet of nu het heilige land bedoeld wordt of álle land wereldwijd, dus ‘aarde’. Van Buber en Rosenzweig hebben we bij twijfel Erdland overgenomen en tot aardland gemaakt. Als een uitnodiging om even na te denken: bedreigt Jezus de vrede in het heilige land of op heel de aarde?
Pieter Oussoren