11:25


Op dat moment geeft Jezus zijn oordeel:

ik dank u, Vader,
Heer van de hemel en het aardland,
dat gij deze dingen hebt verborgen
voor wijzen en verstandigen
en ze hebt onthuld aan onmondigen;

11:26


ja, Vader, dat zó voor u

welbehagen is geschied!

11:27


Alles is aan mij overgegeven

door mijn Vader,
en niemand behalve de Vader
kent de Zoon,
en behalve de Zoon
en aan wie de Zoon het wil onthullen
kent niemand de Vader!

11:28


Hierheen, naar mij toe, allen

die vermoeid en belast zijt,
en ík zal u rust geven!

11:29


Neemt mijn juk op u

en leert van mij
dat ik zachtmoedig ben
en nederig van hart* Of: voor het hart.,
en ge zult rust vinden
voor uw zielen (Jer. 6,16);

11:30


want mijn juk is passend

en mijn last is licht!

Matteüs 11, 25-30

Bijbeltekst van de Week Matteüs 11, 25-30

Als krinein ‘oordelen’ is, wordt een krites in plaats van een rechter een (b)oordelaar en is een hypokrites niet meer een huichelaar maar een ‘ondermaatste oordelaar’ (hypo = ‘onder’, ‘naar beneden’) of –spottende bedoeld– een ‘oordeeloompje’.In Matteüs 11, 24 komt een krisis, een ordeel in beeld. Ik denk dat het niet toevallig is dat in vers 25 Jezus’ activiteit apokritheis wordt genoemd en dat ook hier in de vertaling iets met ‘oordeel’ moet klinken. Vandaar niet ‘antwoordt Jezus’, maar ‘geeft Jezus zijn oordeel’, hoewel ik er normaal niet tegen ben om ‘antwoordt hij’ te vertalen, ook als er in het direct voorafgaande geen vraag gesteld wordt. Het antwoord zou hier nog betrekking kunnen hebben op de vragen in het begin van Matteüs 11. Jezus geeft zijn oordeel (of antwoord) op dat moment of ‘in dat tijdsgewricht’, niet zomaar ‘in die tijd’; het gaat immers over een kairos. Dat prikkelt wél: verbindt deze momentsaanduiding de tekst met het onmiddelijk voorafgaande?

 

Pieter Oussoren