16:21 |
|
16:22 |
|
16:23 |
|
16:24 |
|
16:25 |
|
16:26 |
|
16:27 |
|
Matteüs 16, 21-27
Bijbeltekst van de week Matteüs 16, (13) 21-27
Het leesrooster springt op twee zondagen door twee hele hoofdstukken van Matteüs heen. In mijn kerk stáát de hele gemeente altijd bij de lezing van het evangelie. Matteüs 16, 13-27: dat houdt iedereen nog net vol. Maar waar zittend wordt geluisterd, daar zou ik beginnen in 15,38 en eindigen in 17,2 met misschien een ‘tussenzang’ na 16,12.
Na het hemelse gebeuren van de spijziging van alleen al 4.000 mannen, komt Jezus (alléén, zie 16,5) aan in Magadan (Magdala? Anders totaal onbekend). De tekst suggereert dat Jezus daar bijna wordt opgewacht door Farizeeërs en Sadduceeërs die vragen om een teken uit de hemel. Alsof er niet zojuist brood uit de hemel is gedeeld en uitgedeeld! Zou deze averechtse reactie op brood uit de hemel het zuurdeeg van Farizeeërs en Sadduceeërs zijn waarvoor Jezus zijn leerlingen waarschuwt? Die dat overigens maar moeizaam begrijpen.
Van Magadan over land naar Caesarea-van-Filippus, waar van de leerlingen Petrus Jezus het beste ‘begrijpt’ (16,6) en vervolgens of tegelijk ook helemaal níet (16,22-23!). De rots (petra) waarop Jezus zijn ekklésia bouwt is ook zijn satan; of omgekeerd: zijn satan is ook de rots waarop hij fundeert.
Het kruis wordt aangekondigd en een ‘glimpse of glory’ wordt getoond, – op een hoge berg waar Jezus dán is, met Petrus, Jacobus en Johannes. Hoe zou dit verdergaan?
Pieter Oussoren