18:21

Dán
komt Petrus naderbij en zegt tot hem:
heer, hoeveel maal
mag mijn broeder tegen mij zondigen
en moet ik hem vergeven: tot zevenmaal?

18:22

Jezus zegt tot hem:
ik zeg niet tot jou: tot zevenmaal,
nee: tot zeventigmaal zeven.

18:23

Daarom is het koninkrijk der hemelen
te vergelijken met een mens, een koning,
die een leenafspraak wil vereffenen
met zijn dienaren.

18:24

Als hij begint met vereffenen
wordt er één tot hem gebracht
die schuldenaar is voor tienduizend talenten.

18:25

Hij heeft niets om het terug te geven:
de heer beveelt
dat hij verhandeld zal worden,
en ook de vrouw, de kinderen
en alles wat hij heeft,
en dat er wordt teruggegeven.

18:26

Dus valt de dienaar
neer, brengt hem hulde en zegt:
wees lankmoedig over mij en
alles zal ik u teruggeven!

18:27

Geroerd laat de heer van die dienaar
hem los, en het geleende
scheldt hij hem kwijt.

18:28

Als hij buiten komt
vindt die dienaar
een van zijn mededienaars
die hem maar honderd dinar schuldig is;
hij overmeestert hem,
wurgt hem en zegt:
wat je schuldig bent, geef dat terug!

18:29

Dan valt zijn mededienaar neer en
heeft hem te hulp geroepen, zeggend:
wees lankmoedig over mij en
ik zal het je teruggeven!

18:30

Maar hij heeft dat niet gewild
nee, hij gaat weg en
werpt hem in een bewaking
totdat hij het verschuldigde
terug heeft gegeven.

18:31

Als dan zijn mededienaars zien
wat is geschied
worden ze zeer bedroefd;
ze komen binnen
en delen aan hun heer mee
al wat is geschied.

18:32

Dán
roept zijn heer hem bij zich
en zegt tot hem:
boosaardig stuk dienaar!-
héél die schuld heb ik jou kwijtgescholden
daar je mij te hulp riep;

18:33

moest niet ook jij
je ontfermen over je mededienaar
zoals ook ík
mij heb ontfermd over jou?

18:34

En vertoornd
geeft zijn heer hem over aan de folteraars
totdat hij al het verschuldigde
aan hem heeft teruggegeven.

18:35

Zó zal ook mijn hemelse Vader doen
aan u, als ge niet van harte
een ieder aan zijn broeder kwijtscheldt!

Matteüs 18, 21-35

Bijbeltekst van de Week Matteüs 18,19 tot en met 19,3

 

Ik kan het niet laten om de perikoop weer net iets ruimer te nemen dan aangegeven, in de hoop dat er zo extra inzicht komt in 18,21-35.

In 19,1 breekt Jezus op uit Galilea en komt hij de grenzen van Judea binnen. Hebben we in hoofdstuk 18 dus te maken met ‘laatste gesprekken in Galilea’? Pas in 28,16-20 zien de leerlingen Jezus immers weer in Galilea. Of is het meer ‘laatste woorden vóór het binnenkomen in Judea’? En geeft dat extra gewicht aan hoofdstuk 18? Wordt er iets onderstreept? Als Galilea een nevenbetekenis heeft van ‘het leven met Jezus na Pasen’, dan wel!

De vraag van Petrus in 18,21 (‘Heer, hoeveel maal mag mijn broeder tegen mij zondigen / en moet ik hem vergeven..?’) komt niet uit de lucht vallen. Het gíng al over een broeder die tegen iemand zondigt en zich al dan niet terecht laat wijzen: óf zijn zonde wordt hem vergeven (van hem losgemaakt) óf ze wordt aan hem vastgebonden, lees ik in 18,18, – door de leerlingen op aarde en ‘in de hemel’, dus door God. Maar niet als automatisme, maar – lees ik in 18,19 – wanneer twee (of drie) op aarde eenstemmig bidden om bevestiging van hun handelen, namelijk iemand weer opnemen in de gemeente of voortaan als heiden of tollenaar beschouwen. Het oordeel is aan God.

Vers 20 lees ik als een verzekering dat de eendrachtige bidders van vers 19 Jezus in hun midden hebben: hij pleit met hen mee bij de hemelse Vader. Nee, het gaat niet zómaar, zonden losmaken of vastbinden. Vandaar – denk ik – de vraag van Petrus wanneer er genóeg gebeden en vergeven is… Nooit genoeg, zegt Jezus, gelijk ook door God aan óns onze schulden onbeperkt worden kwijtgescholden.

Ik heb in deze perikoop van de ‘broeders’ geen ‘broeders-en-zusters’ willen maken, ondanks mijn bereidheid om ‘inclusief’ te denken. In de Bijbel is de gedachte dat de zusters net zo zondigen als de broeders heel ver weg. Er bestáán zondaressen of vrouwen die zo worden genoemd, maar zondigen tegen medemensen en tegen God is allereerst mannenwerk. En het zijn ook vooral de mannen die het ‘zeventigmaal zeven’ van de vergeving nodig hebben in het leven met Jezus na Pasen…

 

Pieter Oussoren

http://www.luthersekerkapeldoorn.nl/5/predikant